CIU1s: Triaxiaalproef, isotroop, ongedraineerd, Single-stage (1 op 1)

Beschrijving

Principe

Een triaxiaalproef geeft als resultaat sterkte- en stijfheidparameters. Deze kunnen worden gebruikt in geotechnische berekeningen. De CIU1s triaxiaalproef is een enkeltrapsproef die geconsolideerd, isotroop en ongedraineerd wordt uitgevoerd op 1 monster. De triaxiaal proef wordt uitgevoerd conform NEN-EN-ISO 17892-9.

Proefbeschrijving

Een triaxiaalproef is een proef waarbij een cilindrisch proefstuk uit een grondmonster axiaal wordt belast onder een constante axiale vervormingssnelheid en onder een geconditioneerde spanningssituatie (horizontale en verticale spanning). Bij een isotrope proef zijn de horizontale en verticale spanningen gelijk aan elkaar. Het monster betreft een cilindrisch proefstuk met een hoogte/diameter verhouding van 1,8 à 2,5 voorzien van filterstenen op boven- en ondervlak en daaromheen een membraan, alles ingebouwd in een triaxiaalcel. Het proefstuk wordt bij voorkeur geconsolideerd op een spanningsniveau overeenkomend met de spanningscondities in de grond.

Geconsolideerde, ongedraineerde triaxiaalproef

Bij een CIU (ongedraineerde) proef wordt de verticale kracht, de steundruk (consolidatiespanning), de axiale verplaatsing en de wateroverspanning in het monster gemeten. Op cohesieve grond wordt vrijwel altijd een CIU triaxiaalproef uitgevoerd om een ongedraineerde schuifsterkte te bepalen. Door 3 CIU triaxiaalproeven uit te voeren bij 3 verschillende consolidatiespanningen kunnen de hoek van inwendige wrijving en de cohesie worden vastgesteld als functie van de rek. Voor een goede bepaling van de phi’ en c’ dient de hoogste spanning minimaal tweemaal hoger te zijn dan de laagste. Voor de bepaling van de effectieve spanningscondities worden de waterspanningen in het monster gemeten. De afschuiffase wordt uitgevoerd met een vervormingssnelheid, bepaald op basis van het consolidatiegedrag en de drainage condities. De overconsolidatiegraad (OCR) van de grond speelt hierbij een belangrijke rol. Bij een enkeltrapsproef kan enkel een phi-waarde worden bepaald indien de c’-waarde wordt geschat of andersom.

Monstereisen

Het monstermateriaal moet een diameter hebben van minimaal 38 mm. Bij ongedraineerde proeven kunnen alleen ongeroerde monsters aangeleverd worden.